Rosa is vijf jaar, een zeer verlegen meisje met donkere springerige haren en een klein en tenger postuur. Ze is net begonnen in groep twee, maar evenals het afgelopen schooljaar, wil ze niet naar school. Elke dag huilt ze voordat ze naar school wordt gebracht. Eenmaal op school aangekomen zijn de tranen weg en houdt ze zich groot. De meester heeft dan ook geen idee en ziet alleen een verlegen glimlach op het gezicht van Rosa als zij binnenkomt.

In de klas valt Rosa niet op. Ze gedraagt zich net zoals andere kinderen van haar leeftijd. Het enige wat opvalt is dat ze vaak alleen speelt en in de kring lijkt weg te dromen. Als de meester haar dan iets vraagt, weet ze het antwoord wel. Zo dromerig is ze ook weer niet, denkt de meester. Rosa krijgt snel een kleur wanneer zij iets moet zeggen, dus vraagt de meester haar niet zoveel. Hij wil rekening houden met haar gevoeligheid.

De moeder van Rosa begrijpt niet wat er aan de hand is. Rosa was altijd heel leergierig en wist al veel voordat ze naar school ging. Als Rosa uit school komt, wil ze vaak meteen aan de slag met werkjes, puzzelboekjes en opdrachtbladen. Maar op school doet ze weinig werkjes. Daar wil ze alleen maar in de poppenhoek of bouwhoek spelen. Toen Rosa nog geen vier jaar was, keek ze enorm uit naar school, maar na een paar dagen was de lol er al af. Rosa neemt zelden een klasgenootje mee naar huis. Ze speelt alleen met haar buurjongen die drie jaar ouder is.

 

De moeder van Rosa merkt dat het steeds minder goed gaat met haar dochter. Rosa plukt veel aan haar haren en laatst zag ze zelfs een kale plek op Rosa’s hoofd. Rosa huilt nu ook vaak ’s avonds. Ze wil dan niet gaan slapen omdat ze naar school moet zodra ze wakker wordt. In het weekend slaapt Rosa wel heel goed en huilt ze helemaal niet voor het slapen gaan.

Misschien is er wel iets mis met Rosa. Moeder denkt aan een neefje van Rosa met autisme, een slim ventje dat helaas helemaal geen aansluiting kan vinden bij andere kinderen. Nu ze erover nadenkt lijkt Rosa wel wat op hem. Moeder praat hierover met de schoolverpleegkundige en vraagt zich af of ze Rosa moet laten onderzoeken. Stel dat Rosa net als haar neefje een autistische stoornis heeft? Dan wil ze dit graag weten zodat ze Rosa op de juiste manier kan begeleiden. Ze heeft tegelijkertijd twijfels over dat idee omdat Rosa met enige regelmaat heel ander gedrag laat zien. Zo ging het in de zomervakantie juist heel goed met haar: ze speelde op de camping lekker met een paar meiden die iets ouder waren dan zij en ze was helemaal niet dromerig of afwezig.

De schoolverpleegkundige is onlangs bijgeschoold over hoogbegaafdheid en het verhaal over Rosa doet bij haar direct een belletje rinkelen. Zij raadt moeder aan ook eens iets te lezen over hoogbegaafdheid. Moeder besluit hier meteen het één en ander over op te zoeken en belt met een hoogbegaafdheidsdeskundige. Na het lezen van de informatie op de website van die deskundige herkent zij zoveel, dat er kwartjes beginnen te vallen. Ze is compleet verrast en heel erg blij. “Wat ik lees en wat de deskundige vertelt, is zó herkenbaar!” Ze pinkt een traantje weg en slaakt een zucht van verlichting. Nu begint ze het bedrag van Rose te begrijpen én kan ze gericht naar een oplossing gaan zoeken.

Ze beseft heel goed dat het bij een psychologisch onderzoek nog maar de vraag was geweest of hoogbegaafdheid was opgemerkt. Dat is lang niet altijd de expertise van de psycholoog en dan verdwijnt die optie soms uit beeld, vooral als een kind met problemen binnenkomt waarbij sommige gedragskenmerken sterk aan autisme of ADD doen denken. Moeder is heel blij met de opmerkzaamheid en actie van de schoolverpleegkundige.

Er volgt een gesprek op school met de meester. Hij weet het één en ander van hoogbegaafdheid en gaat Rosa andere dingen aanbieden. “Zo kan ze op school werken en thuis spelen in plaats van andersom” zegt hij. Ook vindt hij een speelkameraadje voor Rosa, een hoogbegaafd meisje uit een andere klas. Hij laat ze samen een project doen over hun lievelingsonderwerp, zeedieren. Rosa kan hierdoor weer groeien.

Kort daarop huilt Rosa niet meer voordat ze naar school moet en gaat ze juist met plezier naar school. Ook trekt ze haar haren niet meer uit haar hoofd en lijkt ze in de kring niet meer zo afwezig. Vandaag mag ze samen met het andere meisje vertellen over haar project. Zelfs haar verlegenheid lijkt te zijn verdwenen! De moeder van Rosa weet niet wat ze ziet, zoveel verandering in korte tijd, wat fantastisch dat het nu zo goed gaat!

 

Wil jij als verpleegkundige of kinderarts meer weten over hoogbegaafdheid? Neem dan contact op met Marieke.