In de kinderopvang werk je met een andere groep kinderen dan bij de peuterspeelzaal of in het onderwijs. Niet wat betreft je aandacht voor ieder kind en de stimulans die je ieder kind wil geven om tot ontwikkeling te komen, maar wel met betrekking tot het aantal kinderen dat je elke dag in je groep hebt, en de frequentie waarin zij komen. Die is heel divers, in elk geval meer dan bij de peuterspeelzaal of in de kleuterklas.

Om wat voorbeelden te noemen:  in een kinderopvanggroep is vaak ruimte voor 16 kinderen per dag voor peuters en 9 baby’s in de babygroep. Van deze kinderen komt bijna geen enkel kind 5 dagen, meestal komen zij 2 of 3 dagen. De tijden waarop zij aanwezig zijn variëren ook.

Dit betekent dat je met je collega (en vaak zijn dat meerdere collega’s die parttime werken) meestal wel 30 of meer verschillende kinderen per week begeleidt. De meeste kinderen zie je op een beperkt aantal dagen door de variatie in het rooster van jezelf en van de kinderen.

En dat maakt het tot een flinke klus, zeker als je ieder kind goed wil zien.

In deze blog willen we je graag wat tips geven om je te helpen ieder kind passend te stimuleren, met name op het gebied van ontwikkelingsvoorsprong.

Tip 1: Maak kennis met ontwikkelingsvoorsprong. Zorg dat je een lezing volgt, dat je een boek leest over het onderwerp of kijk op sites over dit onderwerp. Kijk eens op onze site of op de site ontwikkelingsvoorsprong!

 

Tip2: Signaleer liever te vroeg dan te laat. Jonge hoogbegaafde kinderen kunnen zich heel snel aanpassen en worden dan als het ware onzichtbaar. Hun gedrag laat zich niet makkelijk meer lezen. Bij twijfel: ga in gesprek met je collega en ouders.

Tip 3: Maak gebruik van instrumenten die zijn ontwikkeld om een ontwikkelingsvoorsprong te signaleren en hanteer deze naast je volgsysteem.

Om te kunnen signaleren heb je een aantal zaken nodig;

  • kennis over wat gedrag van kinderen je kan vertellen over ontwikkelingsvoorsprong
  • de vaardigheid om te observeren
  • speelhoeken waarin kinderen kunnen spelen en waar jij kunt observeren (en meespelen)
  • samenwerking met ouders waardoor jij informatie kunt krijgen die je helpt met signaleren.

Je hebt deze zaken vast voor een groot deel al in huis. Je werkt met een volgsysteem, waarmee de ontwikkeling van kinderen in grote lijnen wordt gevolgd (vaak 2x per jaar), je hebt een rijke speelomgeving waarin je kinderen kunt prikkelen en uitdagen, en je werkt samen met ouders (intake/kennismaking, dagelijkse overdracht, jaarlijkse gesprekken). Ook observeren doe je vermoedelijk al regelmatig.

Het enige dat vaak wordt gemist is kennis over ontwikkelingsvoorsprong, waardoor je niet gericht kan observeren. Ontwikkelingsvoorsprong is een ander woord voor hoogbegaafdheid. Nederland is het enige land dat een ander woord gebruikt als het gaat om jonge kinderen, maar wij bedoelen het jonge hoogbegaafde kind als we het hebben over ontwikkelingsvoorsprong.

En ontwikkelingsvoorsprong kan op verschillende manieren zichtbaar zijn in gedrag. Van uitbundig of clownesk gedrag tot stil en terughoudend gedrag. Het kind dat in de groep hoogstens een glimp van zichzelf laat zien, maar thuis helemaal tot ontlading komt en het kind dat juist zeer aanwezig is en nieuwsgierig en onvermoeibaar van alles wil weten en proberen. De 14 blogs ‘Ken je dat kind?’ beschrijven verschillende gedragingen die zichtbaar kunnen zijn bij jou in de groep.

Hoogbegaafdheid is meer dan intelligentie. Het omvat zijnskenmerken zoals een groot rechtvaardigheidsgevoel, neiging naar perfectionisme, kritisch zijn op zichzelf en anderen en gevoelig zijn voor mensen en sfeer. Die gevoeligheid is er vaak ook met betrekking tot de zintuigen (zoals smaak, huid, licht, geluid). Daarnaast kunnen hoogbegaafden heel gemotiveerd zijn voor iets dat hun interesse heeft, zijn ze vaak leergierig, en zijn ze creatief in hun denken. Tenslotte zit daaroverheen nog een flinke saus van autonomie, álles zelf willen doen.

Deze kenmerken zijn mooie kenmerken die, als kinderen groot zijn, hen heel sterk kunnen maken. Maar als ze klein zijn en er nog niet goed raad mee weten, of de omgeving lijkt het niet te begrijpen, dan kunnen ze ook enorm in de weg zitten. (klik op het plaatje voor een poster)

Soms worden kinderen onzichtbaar in de groep omdat ze zich te sterk aanpassen. Of ze zijn juist erg aanwezig en uiten zich in ongewenst gedrag. De groepssamenstelling (bijvoorbeeld veel kleintjes of leeftijdsgenoten waar je je verhaal niet aan kwijt kunt), het ontbreken van uitdaging of het niet voelen van verbinding met de pedagogisch medewerker(s), spelen vaak een rol bij het ontstaan van dit gedrag. Met dit gedrag wil het kind je dus eigenlijk iets vertellen.

Meer informatie over dit onderwerp biedt je de benodigde kennis en inzichten om dit te begrijpen en geeft richting aan wat je vervolgens kunt doen. Om je in staat te stellen deze kinderen te signaleren zijn er een aantal hulpmiddelen.

Het instrument Pientere Peuters zorgt ervoor dat je een ontwikkelingsvoorsprong goed in beeld krijgt. Het omvat een aantal onderdelen die je allemaal kunt gebruiken waardoor je een volledig beeld krijgt, maar waaruit je ook een keuze kunt maken zodat je het kunt laten aansluiten op wat je al doet. Het zorgt ervoor dat je gerichter gaat kijken naar het gedrag en de ontwikkeling van een kind, geeft je tips voor het gesprek met ouders, en handvatten om het kind te ondersteunen.

 

Ouders kunnen ook met het instrument Zicht op Ontwikkelingsvoorsprong aan de slag gaan. Hiermee kunnen ouders in beeld brengen wat zij zien aan genomen stappen in de ontwikkeling van hun kind. Dit geeft jou informatie over wat een kind wellicht bij jullie niet laat zien.  Ook zit er in dit instrument een vragenlijst over de zijnskenmerken. De pdf versie van Zicht op Ontwikkelingsvoorsprong is gratis voor ouders.

Verdiep je in het onderwerp en bespreek het binnen je team. Misschien is er de mogelijkheid dat jullie samen een training volgen of dat één van jullie scholing mag volgen en zo een eerste aanspreekpunt bij vragen van anderen kan zijn.

 

Wil je meer lezen? Wij delen hieronder enkele artikelen.

Ieder kind zien, dat is het streven!