Kanaries

Er was een tijd waarin mijnwerkers een kanarie in een kooi meenamen de mijn in. Dit deden zij omdat deze vogels gevoeliger zijn voor het gas koolmonoxide dan mensen. Als de vogel stierf, dan was er mogelijk een lek in de mijn en konden de mijnwerkers vluchten voor het giftige gas. Het vroege signaal van de kanarie was dus van levensbelang voor de mijnwerkers.

De uitdrukking ‘de kanarie in de kolenmijn’ is dan ook veelzeggend: pas op, er is een signaal voor ‘gevaar.’

Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong pikken vaak signalen op die anderen nog niet zien. Hiermee kunnen zij zeer waardevolle informatie geven over zichzelf, maar ook over de groep, of over jou als begeleider. In die zin kun je ze zien als de kanaries van de groep (of de kanarie thuis).

Zij zijn zéér gevoelig (dit kunnen we niet genoeg benadrukken) voor: je toon, je bedoeling, de oprechtheid in je luisteren en aandacht, of je hen serieus neemt, als gelijke ziet of niet, doet wat je belooft etc.… Dit ligt zo subtiel, dat ze het altijd door zullen hebben als je niet echt luistert, niet echt meent wat je zegt of doet wat je belooft, of eigenlijk vindt dat ze maar moeilijk doen, of raar zijn, of te veel aandacht vragen etc.

Alarmsignalen

De signalen als dit niet helemaal goed verloopt kunnen divers zijn: ouders die aangeven dat hun kind niet meer naar de opvang of school wil gaan, thuis boos of verdrietig is, thuis meer laat zien dan op de groep of in de klas. Of jij ziet een teruggetrokken kind, een stil kind, een clownesk kind, een kind dat snel afgeleid is, of steeds het hoogste woord heef (om zijn zorg maar te bezweren) etc.

Kortom, het kind is niet in balans of lijkt niet te passen in de omgeving waar het inzit.

Gelukkig zijn er wel een aantal handvatten om te kijken waar dit in zit. Deze handvatten zullen je vast bekend voorkomen, het zijn namelijk de interactievaardigheden. Alleen luistert dus die afstemming bij het hoogbegaafde kind extra nauw. Als je interactievaardigheden niet voldoende afgestemd zijn, zullen deze kinderen met hun gedrag signalen geven.

Begeleid je hoogbegaafde kinderen zonder de juiste afstemming te hebben, dan haken de kinderen vaak af. Je wordt er dus door hen op attent gemaakt om je vaardigheid in het afstemmen te verfijnen of verbeteren. Zo helpen zij je om steeds beter te bieden en af te stemmen op wat kinderen nodig hebben. En die mooie sensitieve en interactieve vaardigheden neem je mee in al je contacten.

Tips  voor aansluiting

Geef meer ruimte en kom hiermee tegemoet aan de sterke autonomiebehoefte. Eenvoudig voorbeeld, laat een kind meedenken bij het onderwerp van een tekening.

Stimuleer de onderlinge interactie, maar kijk wel goed of de kinderen op een vergelijkbare golflengte zitten, dan kan er interactie gemaakt kan worden. Of ga op zoek naar ontwikkelingsgelijken (peers) voor het kind.

Structuur en begrenzing zijn ook belangrijk, maar leg wel uit waarom die structuur of grens er is. Is het niet uit te leggen? Vraag jezelf dan af of het wel een logische grens of regel is, misschien kan die wel meteen in de prullenbak.

Je voelt je gezien als iemand ziet wat je kunt. Ken je dat? Dat iemand je iets uit gaat leggen dat je allang weet? Of je vraagt dingen te oefenen die je allang kunt? Waarschijnlijk word je zelf ook graag aangesproken op je niveau. Dit is bij deze kinderen niet anders. Helaas worden zij vrijwel altijd onder hun werkelijke niveau aangesproken. Ze raken daar op den duur aan gewend en denken tegen die tijd zelf ook dat ze een hoger niveau niet aankunnen.

Sluit dus aan op het juiste niveau, kijk wanneer je bij deze kinderen de ogen ziet glimmen, als ze ‘aan’ gaan dan zit je goed.

Dus, kijk goed naar deze kanaries in je groep of klas en spar met je collega’s, ouders of ons hoe je je interactievaardigheden nog meer kan afstemmen en finetunen op de behoeften van het (hoogbegaafde) kind.