Buiten zijn, buiten spelen, buiten activiteiten doen, buiten les krijgen: buiten zijn geeft je oneindig veel mogelijkheden en voordelen voor je onderwijs.

Denk maar eens aan de luchtkwaliteit. Hier is veel over te doen, vooral in de oudere schoolgebouwen laat de kwaliteit vaak te wensen over. Natuurlijk afhankelijk van waar je buiten bent, maar de luchtkwaliteit buiten is vrijwel altijd beter. Er is letterlijk meer zuurstof!

In één ruimte met een grote groep kinderen zijn, dat vraagt wat van je als kind. De vrije ruimte om je heen is beperkt, ook dat is buiten anders. Je hebt meer ruimte om je heen en om te bewegen en om je heen. 

Als je meer ruimte hebt, is er ook meer ruimte voor beweging, en beweging zet je hersenen aan het werk. Er worden meer verbindingen gemaakt, de groeicellen worden aangezet.

Ook kunnen de hersenen buiten, als een kind lekker aan het scharrelen is, als het even een rustig plekje op zoekt en naar de blaadjes kijkt, zich ontspannen. Ze kunnen zich herschikken.

De natuur biedt veel creatief speelmateriaal, denkvaardigheden kunnen vrij eenvoudig worden aangesproken.

Onderzoek heeft aangetoond dat je taakgerichtheid, aandacht en vermogen om te focussen, beter wordt als je vaker buiten bent. In Finland en Japan zijn lesdagen opgebouwd door steeds 45 minuten binnen af te wisselen met 15 minuten buiten……. niet voor niks toch?

Voor ieder kind is het fijn om buiten te zijn, en voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong helpt buiten zijn bij deze behoeften: prettige en nieuwe prikkels, ruimte om even terug te trekken, ruimte om te bewegen, mogelijkheid om te focussen en aandacht erbij te houden.

Wil je meer lezen? Mark Mieras heeft vorig jaar een literatuurstudie gedaan naar buitenlessen. Deze studie is hier te lezen: buitentijd-leertijd

De voordelen van kinderen laten scharrelen is hiervoor al genoemd: de hersenen kunnen ontspannen en kunnen zich ordenen. Zo ontstaat er weer ruimte om te leren.

Maar er zijn meer effecten. Onderzoekers hebben aangetoond dat bewegen het leren versterkt: het effect is groter en resultaten verbeteren. Zeker in de leeftijd tussen 5 en 9 jaar is de ontwikkeling van motoriek en cognitie nauw verweven: touwtjespringen stimuleert naast de spieren ook executieve functies als werkgeheugen, coördinatie, zelfbeheersing en aandacht.

Je kunt heel veel buiten doen wat je eigenlijk binnen gewoon bent aan te bieden. We noemen hier wat voorbeelden van ‘buitenlessen’.

Rekenlessen met beweging:

Balsommen
Maak met een aantal kinderen een kring, waarbij jij de spelleider in het midden bent. Je noemt een som en gooit de bal naar een leerling. De leerling geeft antwoord en gooit de bal weer terug. Zo kun je bijvoorbeeld spelenderwijs tafels oefenen en hoofdrekenen stimuleren.

Zoek de cijfers

Schrijf verschillende cijfers (1 t/m 20 bijvoorbeeld) op meerdere vellen A4 (whiteboard kan ook) en verstop deze op het schoolplein. De kinderen gaan ze zoeken en leggen deze vervolgens in goede volgorde. Dit kan natuurlijk ook met letters.

Letter lessen met beweging:

Beweeg de letter; schrijf letters groot op de grond, de kinderen lopen de vorm van de letters. Goed voor de motoriek en de focus. Zie afbeelding links

Raad de letter; een klein groepje kinderen krijgt een letter. Deze moeten zij samen, met hun lichaam, maken op de grond. Andere kinderen raden welke letter er ligt. Of de kinderen maken ieder een eigen letter. Zie afbeelding rechts.

Zoekletters; Verstop letters (op gelamineerde A4 of whiteboard) op het schoolplein en laat de kinderen zoeken, misschien kunnen ze woorden maken van de gevonden letters. Voor de niet lezers kun je thema voorwerpen verstoppen in de tuin of op het plein.

 

 

Knijperspel:

Ieder kind krijgt een knijper, deze wordt aan zijn kleding vastgemaakt. Er is een (of meerdere) tikker(s), deze probeert de knijper te pakken. Als de knijper gepakt is, wordt dat kind ook een knijperpakker.

Speel eens anders met hoepels. Bijvoorbeeld als een autostuur en geef commando’s linksaf, rechtdoor, rechtsaf, omkeren!

Of het commandospel (goed voor het oefenen van aandacht en taakinitiatie). Ieder kind staat bij een hoepel, als er commando wordt gezegd, voeren zij het commando uit. Commando! In de hoepel, uit de hoepel, door de hoepel, ga zitten in de hoepel, ruil met de buurman/vrouw van hoepel…..

Maak eens met elkaar een mooi pleinschilderij met gevonden materiaal en stoepkrijt. Of elk kind een stuk van het schilderij wat samen een geheel gaat vormen.

Met stoepkrijt de omtrek van een ander kind tekenen, vormen natekenen, een tekening maken of een ouderwetse hinkelbaan maken….. Met stoepkrijt en een rasp kunnen kinderen ook stoepkrijtpoeder maken, een leuk ingrediënt voor in de pan met toversoep.

Laat kinderen met stoepkrijt een route uit zetten voor hun groepsgenoten (eventueel met hulp). Je kunt de tocht aanvullen met kleine opdrachten onderweg.

Meer inspiratie is te vinden op Facebook bij bijvoorbeeld De gymles, Bewegend leren oefeningen of Doe Vrijdag

Maar ook Meester Sander heeft tips voor buitenlessen.

En vergeet niet de ‘gewone’ spelletjes als Annemaria Koekoek (impulsbeheersing en concentratie oefenen), tikkertje, verstoppertje, de boom wordt hoe langer hoe dikker (een lange slinger van kinderen die om de boom – kind – heen wikkelt).

Het ook het klassieke schommelen heeft een positief effect op ons lichaam: het evenwichtsorgaan ontwikkelt zich, spieren worden sterker en schommelen, geeft een heerlijk vrij gevoel geven en zorgt zo voor ontspanning. En wie weet kun je wel met elkaar een schommel maken, hoe zou dat in elkaar moeten zitten? En hoe weet je wanneer het stevig genoeg is? Mooie vragen om kinderen mee aan te zetten.

Ben jij ook geïnspireerd? Ga lekker naar buiten met je lessen en activiteiten. Neem de tijd en zorg voor voldoende ruimte om de kinderen ongedwongen te laten spelen en ontdekken.