Steeds komen wij het weer tegen. De mythe van sociaal-emotionele achterstand bij hoogbegaafde leerlingen. Het is hardnekkig en totaal niet in lijn met de resultaten uit wetenschappelijk onderzoek en ook niet in lijn met ervaringen uit onze praktijk.

Hoogbegaafde kinderen kunnen niet altijd goed functioneren tussen klasgenoten. Wij volwassen zien dit, maar kijken daarbij wel met een hokjesbril op. Het kind functioneert niet tussen klasgenoten volgens onze bril ‘passend bij leeftijd van 4 jaar.’ In dat specifieke hokje functioneert een bepaalde kleuter wellicht niet optimaal. We zien hem daarbij wel actief tussen kinderen die nogal eens ver van hem afstaan qua ontwikkeling. Zit hetzelfde kind in een groep met kinderen die op vergelijkbaar ontwikkelingsniveau zijn, dan is beter te zien hoe hij sociaal functioneert. Sociale vaardigheden groeien bij sociale aansluiting. Je sociale vaardigheden komen alleen tot zijn recht in een omgeving die stimulerend is op sociaal gebied.


Veel kinderen hebben de ervaring dat leeftijdsgenoten hen niet begrijpen, niet willen wat zijn willen, niet meekomen in hun spel. Vaak zijn zij teleurgesteld geraakt of enorm gefrustreerd door onbegrip. Ze reageren dan vanuit hun intense gevoel op een manier die wij niet passend vinden. Wat wij dan weer met die hokjesbril interpreteren als sociale achterstand. De feedback die we daarbij geven kan leiden tot afsluiten.

Veel onderzoek wijst uit dat de sociale ontwikkeling bij hoogbegaafde kinderen voorloopt, net als hun cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is dan ook direct verbonden met die cognitieve ontwikkeling.

Eigenlijk is sociale ontwikkeling een containerbegrip, er valt van alles onder. Bijvoorbeeld: inzicht in sociale situaties, sociaal gedrag, inlevingsvermogen, sociaal wenselijk handelen, sociale voorkeur, eigen keuzes maken in sociaal gedrag, anders voelen, veilig voelen in een sociale groep. Inzicht hebben is iets heel anders dan ervoor kiezen om naar dat inzicht te handelen. En sociaal gedrag is weer niet direct herleidbaar tot inlevingsvermogen.

Kortom: inzicht in sociale ontwikkeling vraagt om een genuanceerde blik. Het is hierbij van belang om onwenselijk gedrag of intense en emotionele uitingen niet uit te leggen als een achterstand of als problematische ontwikkeling. Liever kijken we hierbij naar dieperliggende oorzaken van het gedrag, of richten we ons op acceptatie en positief leren omgaan met gevoeligheid en intensiteit als zijnskenmerk bij hoogbegaafdheid.

Vaak is het zo dat versnellen ook ruimte geeft op sociaal vlak. Een passende begripvolle omgeving kan vaak beter geboden worden door oudere kinderen. Enkele experts hierover aan het woord:

Tips voor inspelen op ongelijke sociale ontwikkeling

  • Kijk met een andere bril, kijk verder dan het hokje;
  • Vraag het kind wat er precies gebeurd is voor je conclusies trekt;
  • Laat kinderen met oudere kinderen spelen en kijk hoe het dan gaat;
  • Laat kinderen hun spel uitleggen (liefst met andere kinderen er bij);
  • Vraag kinderen wat er nodig is om contacten beter te maken;
  • Vraag kinderen welke eigenschappen zij zelf kunnen inzetten om het spelen fijner te maken;
  • Plaats kinderen eventueel in een andere groep (parallel of hoger) op proef of definitief;
  • Zie ze en hoor ze. Zorg dat er ruimte is voor hun gevoelens;
  • Leg ze uit hoe andere kinderen spelen en welke taal zij spreken;
  • Benoem positieve kanten van gevoeligheid en intensiteit bij sociaal gedrag.