In de buitenschoolse opvang kom je natuurlijk ook hoogbegaafde kinderen tegen. Begeleiders van de BSO vragen zich dan vaak af hoe ze rekening kunnen houden met de andere behoeften van deze kinderen.
Om hierop in te kunnen spelen is in eerste plaats kennis nodig over hoogbegaafdheid, om het gedrag van deze kinderen makkelijker te kunnen ‘lezen’. Welke zijnskenmerken zou je kunnen herkennen, welke behoeften ontstaan hieruit en hoe kun je hieraan tegemoetkomen? We raden onze vlog ‘kijken achter het gedrag‘ aan om meer inzicht te krijgen in deze zijnskenmerken.
Onderzoekend en nieuwe dingen proberen
De tomeloze nieuwsgierigheid gaat vaak dieper en verder dan die van de andere kinderen in de groep. Die nieuwsgierigheid en onderzoekende houding is niet altijd handig of gewenst. Een WC-rol in het toilet gooien om te kijken wat ermee gebeurd is niet handig voor de volgende toiletbezoeker. Het speelterrein voorbijgaan en de straat op gaan of zelfs verder, omdat daar iets interessants te zien is, baart de begeleiders zorgen. steeds nieuwe regels willen uitproberen bij een spel is voor andere spelers niet altijd goed vol te houden.
Wat kun je doen
Bied projecten aan die complexer zijn en dieper gaan dan de standaardactiviteiten. De projecten kunnen ook goed een langere periode duren.
Denk bijvoorbeeld aan bouwen en ontwerpen, smartgames, basisprogrammeren, kunstgeschiedenis, natuurkunde, geologie, scheikunde. Als je vakkrachten in kan huren, kies dan voor echte professionals op bepaalde vakgebieden. Ook projecten in of onderwerpen uit de natuur passen vaak goed bij de nieuwsgierigheid en interesse.
Laat kinderen zelf projecten voorstellen. Je hoeft hier zelf niet deskundig in te zijn. Je leert met de kinderen mee en laat zo zien dat je altijd leert. Geef ruimte aan eigen initiatief.
Wel of geen aansluiting bij de groep
Vaak kost het hoogbegaafde kinderen moeite om aansluiting te vinden bij groepsgenoten. Ze spelen misschien wel samen met hen, maar passen zich dan behoorlijk veel aan, wat hen veel energie kan kosten. Dan komen ze vaak heel moe thuis van de opvang.
Interesses veranderen snel en zijn divers; wat eerst alleen Lego was, wordt drie weken later links gelaten voor de computer. Kinderen leggen snel verbanden, wat soms leidt tot onbegrip over de gedachtegang van anderen omdat ze zelf al verder zijn. Hun humor wordt vaak niet begrepen, hoewel jij als begeleider dit wellicht wel snapt en erom kunt lachen.
Maar ook de gevoeligheid die maakt dat het kind veel oppikt, zoals ruzie op het schoolplein tussen andere kinderen, een leerkracht die streng is voor een leerling, de frustratie over rekenwerk dat veel herhaling vereist, en de schrik bij het ontdekken dat begrijpend lezen eigenlijk best ingewikkeld is, wordt vaak ontladen in de BSO-groep.
Wat kun je doen
Als begeleider is het belangrijk om empathie en geduld te tonen. Samen met het kind kun je een manier vinden om te ontladen die zowel bij het kind als bij de groep past. Door hier tijdig mee te beginnen, kan de ontlading op een rustige wijze plaatsvinden, wat voor iedereen fijner is.
Misschien is het goed voor het kind om even alleen te zijn en een rondje te gaan hardlopen, de dag van zich af te tekenen of op te schrijven, te boksen met de boksbal, of in de chillhoek naar muziek of een podcast te luisteren. Ontdek samen wat helpt. Het geven van woorden aan gevoelens kan ook zeer behulpzaam zijn.
Ook een belangrijk aandachtspunt is de samenwerking met ouders en school: informeer naar specifieke interesses en behoeften, wat heeft het kind nodig en hoe kunnen jullie met elkaar daar het best mee omgaan. Maak een gezamenlijk plan, sluit aan en sta met elkaar om het kind heen.
Begeleiding
Maak verbinding. Neem een moment om contact te leggen, vraag hoe het gaat en waar het kind die middag behoefte aan heeft. Dit kan bijvoorbeeld tijdens de wandeling van school naar de groep.
Stel onderzoekende vragen. Hoe denk jij dat.., wat zou jij doen met.., oh, he, hee dat is bijzonder, wat zou er gebeuren als..?
Geef keuzevrijheid in de activiteiten. Dan kom je tegemoet aan de grote autonomiebehoefte bij deze kinderen.
Ga mee in hun nieuwsgierigheid, wees zelf ook oprecht nieuwsgierig. Neem de tijd om te luisteren en toon interesse. Je zult veel nieuwe informatie te horen krijgen.
In de BSO-ruimte
Zorg voor een rustplek, waar een kind rustig kan zitten, kan lezen, kan tekenen, zijn eigen gang kan gaan zonder (steeds) gestoord te worden.
Een hoek waar kennisboeken liggen, waar getekend kan worden met goede tekenmaterialen, misschien zelfs een digiprinter?
Samen met de anderen
Ken de kinderen in de groep die goed bij elkaar passen, bijvoorbeeld op basis van gemeenschappelijke interesses. Ons hulpmiddel ‘Wie speelt met wie’ kan je hierbij ondersteunen.
Ondersteun bij het leren samenspelen en samenwerken. Soms kun jij de verbinder of vertaler zijn.
Geef woorden aan diversiteit en anders zijn: geef ruimte aan verschil! Hoe gewoner dit is, hoe makkelijker het is voor alle buitenbeentjes.