“Heel interessant allemaal, maar hoe kan ik dit een plek geven in mijn werk, er is nauwelijks tijd en mijn collega’s zien het nut er niet echt van in…”

Enthousiasme kan snel verdwijnen als het niet duidelijk is wat je met de nieuwe kennis en inzichten over hoogbegaafdheid kunt doen. Hoe krijg je collega’s en de organisatie mee, hoe worden zij ook enthousiast, en waar haal je eigenlijk de tijd vandaan? Om je alvast een idee te geven delen we deze drie tips.

 

1. Het kost niet méér tijd

Een veel gehoorde klacht is: waar halen we de tijd vandaan? Hiermee kun je met al je enthousiasme al snel voor een eerste blokkade staan.

Geef duidelijk aan dat een belangrijk stuk van je zorg niet meer tijd hoeft te kosten. Je doet namelijk wat anders in plaats van iets extra’s.

  • Een andere benadering, een andere vraag.
  • Het gaat deel uitmaken van je dagelijks werk.

Denk bijvoorbeeld aan hoe het je geen tijd kost om er rekening mee te houden welke leeftijd een kind heeft. Zo kun je er ook rekening mee houden of een kind langzaam of snel is in zijn ontwikkeling. Het stellen van andere vragen (toren van 8 blokjes ipv 3) het aannemen van een andere houding (het kind meer volwassen benaderen) of anders observeren en noteren (baby die opvallend alert kijkt), het kost geen extra tijd maar maakt een groot verschil. Hiermee lukt het wel collega’s en organisatie mee te krijgen.

2. Zoek informatie en deel dit regelmatig om collega’s en organisatie mee krijgen

Er is al veel gemaakt en geschreven over het onderwerp hoogbegaafdheid, maar dit vind je vaak terug bij dezelfde mensen en op dezelfde plekken. Daar waar er belangstelling is voor het onderwerp. Maar juist op andere plekken waar er nog niet veel over bekend is, maar waar wel kinderen worden gezien en begeleid, daar is vaak nog niks.

Je kunt blogs of andere bronnen delen met collega’s. Mondeling, via mail of op een prikbord, de mogelijkheden zijn eindeloos. Wij hebben met dit doel een folder, poster en allerlei downloads gemaakt. Ook op andere websites is veel informatie te vinden wat makkelijk te delen is, online of op papier. Als ook anderen dit geregeld onder ogen krijgen dan wordt de kennis hierover bekender en breder gedeeld. En dan ook beter begrepen.

3. Zoek kansen in je organisatie

Het is handig om je organisatie goed te kennen. Het zou bijvoorbeeld zomaar kunnen dat er nu, of in het verleden, al het één en ander gedeeld is over dit onderwerp. We komen het best wel eens tegen, iemand wil het op de kaart zetten en dan is het een paar jaar eerder ook al wel eens voorbijgekomen. Of er blijkt zelfs al een stukje beleid over geschreven te zijn. Of collega’s passen de kennis toe die ze eens in een scholing hebben opgedaan. En zo niet, door het onderwerp aan te kaarten zorg je ervoor dat mensen erbij betrokken raken. En krijg je meteen een indruk van ideeën en mogelijk vooroordelen die er leven. Zo weet je beter wat je uitgangspositie is, en hoe je de organisatie hierin een stapje verder zou kunnen helpen. Kijk ook goed hoe de lijnen lopen, wie in de organisatie heeft de mogelijkheden om het op de agenda te krijgen?

Het onderwerp aankaarten kan op vele manieren. Je kunt casussen, vragen of ideeën bespreken in een vergadering of overleg, je kunt een stukje schrijven in de nieuwsbrief, je kunt informatie delen zoals hierboven beschreven, etc. Vraag je leidinggevende eventueel om ruimte voor een specifiek moment van overleg of scholing.

Tot slot kan het helpen om je manager of directie te ondersteunen. Zij hebben het nodig om de voordelen te zien: financieel, in tijd, in effect of omdat ze zien dat er een doel behaald wordt. Kijk of je dat over kunt brengen. Heb je hulp nodig? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.